De Gouden Eeuwen Van Andalusie
M.R. Menocal
Het verhaal van "De gouden eeuwen van Andalusië" begint in de achtste eeuw, als een jonge balling, de laatste erfgenaam van een Arabische dynastie, in Spanje het koninkrijk al-Andaloes sticht. Andalusië zou gedurende bijna acht eeuwen het beste van moslims, joden en christenen verenigen. Het betekende het begin van wereldse poëzie, van een adembenemende bouwkunst, van inspirerende literatuur en van grensverleggende wetenschap en filosofie. De invloed op de rest van middeleeuws Europa was aanzienlijk.
De Arabische aanwezigheid in Andalusië duurde tot aan de Renaissance, toen christelijke koningen niet-katholieken verdreven of hen dwongen zich te bekeren. In 1492, als Granada als laatste stadstaat bezwijkt voor de Reconquista, komt er aan al-Andaloes definitief een einde. Wat er van rest zijn magnifieke steden als Córdoba, Sevilla, Granada en Toledo, en de in dit boek tot leven gewekte moslims, christenen en joden.
María Rosa Menocal is hoogleraar Spaans en Portugees aan Yale University en specialist in middeleeuwse Iberische geschiedenis. Zij woont in New York.
Recensie(s)In 711 kwam de Moren via het zuiden Spanje binnen. In korte tijd veroverden ze bijna heel Spanje en rukten zelfs op tot in het zuiden van Frankrijk. De beschaving die zij meebrachten, stond ver boven die van de Visigothen die een paar eeuwen eerder de macht van de Romeinen hadden overgenomen. Hun invloed op Spanje en ook op de rest van Europa was daarom enorm, onder meer op het gebied van de wiskunde, de geneeskunst, de filosofie en de architectuur. In dit boek vertelt hoogleraar Maria Rosa Menocal (Yale University) het 'verhaal' van de Arabische aanwezigheid in Spanje vanuit een uitgesproken positief perspectief. De auteur schildert het Moorse Spanje af als een tolerante multiculturele samenleving waarin plaats was voor drie religieuze groeperingen: joden, moslims en christenen. Dat er tussen deze groepen en ook tussen de moslimgroepen onderling regelmatig sprake was van heftige twisten en bloedige oorlogen komt minder sterk naar voren. Toch vormt deze rijke, met diverse illustraties verluchte studie een overtuigend tegenwicht tegen de wijdverbreide opvatting dat de moslimbeschaving per definitie primitief en gewelddadig is. Met literatuuropgave en register.<br/><br/>Maarten Steenmeijer